Kleine jongens worden groot….

Jaarlijks wordt op 15 augustus stilgestaan bij het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog in het Koninkrijk der Nederlanden en worden álle slachtoffers herdacht van de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting van voormalig Nederlands-Indië.
De mensen die mij al wat langer kennen weten dat mijn moeder is geboren in Soerabaja op Java, Nederlands Indië. En ja, ze heeft geïnterneerd gezeten in diverse Jappen kampen. Vroeger werd hier bij ons thuis niet veel over gesproken. Al helemaal niet toen mijn oma nog leefde (dus de moeder van mijn moeder) maar ook mijn eigen moeder sprak er weinig over. Al was het alleen al omdat ze er gewoon weinig van wist omdat ze heel jong was.

Ik wist uiteraard wel waar mijn moeder is geboren maar in mijn jongere jaren had ik er eigenlijk weinig interesse in. Waarom niet? Wat ik zei, er werd weinig over gesproken. Dus mijn interesse werd daardoor ook niet gewekt. Maar langzaam over de jaren begon de nieuwsgierigheid bij mij te groeien. Helemaal toen wij in 2002 op vakantie gingen naar Indonesië. Ik heb toen gezien waar mijn moeder is geboren. Ook hebben we diverse plekken bezocht waar mijn moeder geïnterneerd heeft gezeten. En langzaam kwamen de verhalen los bij mijn moeder. En hoe meer ze vertelde, hoe groter mijn interesse werd.

Nu ben ik zelf vader en heb ik de behoefte om het verhaal van mijn moeder over te dragen op mijn zoon. Ik maak er dus tegenwoordig een punt van dat we 15 augustus kijken naar de herdenking in Den Haag. En ik merk nu dat ook bij mijn zoon de interesse ontstaat. De nieuwsgierigheid naar de geschiedenis die ook zijn geschiedenis is.

Mijn moeder had een broer, mijn oom Jan Houthuijzen, heeft bij leven en welzijn echt een zeer uitgebreid onderzoek gedaan naar alles wat in Indië is gebeurt om voor hem moverende redenen. Hieruit weet ik dus ook het nodige over de geschiedenis van mijn moeder. En nu komen er de vragen van Kenan…. Hoe was het leven in de kampen? Was oma bang? Wat deden ze allemaal in die kampen? Vragen waar ik geen concreet antwoord op heb en vragen die we niet meer kunnen stellen omdat mijn moeder en oom Jan niet meer onder ons zijn.

Wat ik heb gedaan is met behulp van ai de verhalen die ik heb gehoord aan te vullen met informatie die online beschikbaar is en te plaatsen in het geheel om zo Kenan toch het nodig mee te geven. Dit heb ik vervolgens in de vorm van een brief gegoten aan Kenan:

Het verhaal van oma Cato

Je oma, Cato Jacoba Houthuijzen, werd geboren op 1 december 1940 in Soerabaja, op het eiland Java in voormalig Nederlands-Indië. Ze was nog maar een peuter toen de Tweede Wereldoorlog ook daar begon. In 1942 bezetten de Japanners Indonesië en veranderde haar leven – en dat van haar hele familie – volledig.

Het leven in de kampen

Samen met haar moeder (jouw overgrootoma), haar broer Jan en haar zussen Annemarie en Gre kwam ze in een kamp terecht. Eerst in de wijk Darmo in Soerabaja, later in andere kampen zoals Ambarawa en Moentilan. Zulke kampen waren afgesloten woonwijken of complexen met hoge hekken en prikkeldraad. Er stonden eenvoudige houten barakken of overvolle zalen waar veel gezinnen samen moesten wonen.

Het eten was schaars: een beetje rijst, soms wat groente of een waterige soep. Kinderen zoals je oma hadden vaak honger. Er was nauwelijks speelgoed, dus kinderen verzonnen zelf spelletjes met knikkers, stukjes hout of steentjes. Het was heet, benauwd en vaak vies—elke dag draaide om volhouden.

Door kamp Moentilan liep een open kanaaltje dat tegelijk waterbron én riool was. Het was gevaarlijk, zeker voor kleintjes. Je oma viel er eens in en dreigde te verdrinken. Haar broer Jan trok haar aan haar haren uit het water en redde zo haar leven.

Oma Miep en haar moed

Jouw overgrootoma, Maria Johanna (“Miep”) Husel, verloor haar moed nooit. In het kamp moesten gevangenen knielen voor de Japanse vlag. Wie weigerde, kreeg klappen. Maar oma Miep deed het niet. Ze zei: “In Nederland kniel ik niet eens voor mijn koningin, waarom zou ik dat hier doen?” Dat was levensgevaarlijk, maar ze wilde haar waardigheid bewaren.

Toen Japanse militairen oom Jan wilden meenemen voor dwangarbeid, ging ze voor haar kinderen staan. Ze vroeg de soldaat of hij zelf kinderen had. Toen hij ja zei, zei ze: “Als u mijn zoon wilt meenemen, moet u míj eerst doodschieten.” De militair draaide zich om en vertrok. Jan bleef bij zijn gezin.

Ziekte en een wonder

Je oma werd ernstig ziek: hersenmalaria. Dat liep toen vaak dodelijk af. Een arts in het kamp stelde een nieuw, nog nauwelijks bij mensen gebruikt medicijn voor: penicilline. Oma Miep stemde in—er was niets te verliezen. Het middel werkte. Je oma knapte op en herstelde volledig. Zonder dat moment was zij—en dus jij—er misschien niet geweest.

Wat een KNIL-militair was

Je overgrootopa Evert Houthuijzen (die tijdens de oorlog omkwam) was een KNIL-militair. Dat betekent: soldaat in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, het leger van Nederland in Indonesië. KNIL-soldaten dienden om de kolonie te beschermen. Sommigen kwamen uit Nederland, anderen waren Indisch of Moluks.

Een erfenis van kracht

Na de oorlog spraken veel families weinig over die tijd—te pijnlijk. Maar door de moed van oma Miep en het doorzettingsvermogen van oma Cato heeft jullie familie het overleefd. Hun verhaal laat zien hoe mensen zelfs in zware tijden kunnen kiezen voor liefde, bescherming en moed.


Een boodschap voor jou

Lieve jongen,

Dit verhaal gaat niet alleen over je oma, maar ook een beetje over jou. Alles wat zij heeft meegemaakt en overleefd, hoort bij jouw geschiedenis. Oma Cato had honger, werd ziek en was soms in gevaar. Toch hield ze vol, omdat haar moeder dapper was en nooit opgaf.

Diezelfde kracht zit ook in jou. In jou leeft het verhaal van moed, hoop en overleven verder. Onthoud dit: jouw oma was een vechter, je overgrootoma ook—en dat maakt jou óók sterk. Dit is jouw familie-erfenis. Draag het met trots.


Kenan heeft de brief in stilte gelezen en uiteindelijk kwam er een opmerking: Nu snap ik het… Eind van het jaar gaan we weer naar Nederland en gaan we ons best doen om ook op bezoek te gaan bij mn tante Jeanne (de vrouw van mijn oom Jan) En ik ga haar dan vragen of het mogelijk is om de informatie die oom Jan heeft verzameld te kopiëren.

Ik heb nog meer informatie gevonden die ik met jullie wil delen. Maar voor nu is het goed zo. Waarom ik dit deel op deze manier? Ik hoop dat mijn verhaal herkend wordt door mensen die mij kunnen voorzien van nog meer informatie en verhalen uit de kampen waar mijn moeder heeft gezeten.

2 gedachten over “Kleine jongens worden groot….

  1. Hey, had een deel van een reactie geschreven maar er ging iets niet helemaal goed.Ik schreef dat ik ben opgegroeid op de rand van de Molukse wijk en had veel vriendjes. Net iets te jong om de achtergrond van de kapingen te bevatten. Eenmaal ouder veel ingelezen en geleerd van onderandere Noes Solisa de woordvoerder van de RMS in de jaren 70. Over alle betrekkingen en de discutabele inzet en behandeling van KNIL militairen. 2 jaar geleden met Britte naar de East side story geweest. Om inzicht en begrip te krijgen ze wist wel van de cultuur door de nog steeds Molukse vrienden maar nu kon ze ook beluisteren welk tragedie en daden waar de KNIL aan werden blootgesteld. Goed om dit door te geven.Bedankt Roland. Verzonden vanaf mijn Galaxy

    Geliked door 1 persoon

  2. Roland, helaas kan ik je niet voorzien van informatie omdat in mijn familie geen raakvlakken zijn met Indonesië. Wat ik wel weet is dat ik er meer over nadenk, zeker na de uitvaart van je moeder waar er ook over werd gesproken.
    Vrijdag 15 augustus j.l. heb ik gekeken naar de herdenking in Den Haag en had momenten met kippenvel ondanks de behoorlijke temperatuur buiten.
    15 Augustus is sowieso een bijzondere datum voor mij. Het staat los van de herdenking in Den Haag maar het is wel de sterfdag van mijn vader en dus een dag om te gedenken. Mijn vader hoefde net niet meer als dienstplichtig soldaat naar Indonesië, maar als je het creatief bekijkt is de cirkel welweer rond.
    Vrijdag heb ik tijdens de herdenking aan jullie gedacht, aan wat er tijdens je moeders uitvaart is gezegd en hoe iedereen een witte bloem droeg (melati als ik het goed heb….).
    Herdenken is goed! En ook het doorgeven zoals in jullie geval aan Kenan, dat de geschiedenis niet wordt vergeten.
    Hartelijke groeten uit Stadskanaal,

    Germa

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie